Stray-AFP is onlangs geïnterviewd door Janine Liolios die binnen haar studie Toerisme een onderzoek heeft gedaan naar de invloed van zwerfhonden op toerisme. Inmiddels is Janine geslaagd en afgestudeerd en delen wij graag haar onderzoek. Ons inziens is het een prachtige insteek om iets aan zwerfhondenleed te doen via toerisme.
Samenvatting (tekst Janine Liolios)
In de laatste jaren is er een groeiende belangstelling voor dierenwelzijn, een concept dat zich ook doorzet in de toeristische sector. Desondanks is de focus altijd gelegd op de impact van toerisme op wilde dieren en is er vooralsnog weinig aandacht besteed aan de invloed die huisdieren, zoals zwerfhonden,kunnen hebben op de ervaringen van toeristen. Echter, wanneer men niet gewend is aan zwerfhonden is het mogelijk dat dilemma’s ontstaan met betrekking tot de ervaringen en verwachtingen van toeristen. Als gevolg kan dit een significant effect hebben op de toerisme industrie van een bestemming. Met name sinds de economische crisis de populaire vakantiebestemming Griekenland trof, zijn zwerfhonden hier een opkomende kwestie, met aantallen oplopend tot een miljoen.
In een eerdere studie deden Mannhart et al. (2007) een poging om de situatie van zwervende honden in Rhodos, Griekenland, te onderzoeken, maar door omstandigheden slaagden zij er niet in om langetermijnresultaten te behalen. Derhalve zal dit onderzoek de situatie van zwerfhonden op Rhodos verder onderzoeken en hoe ze het beste kunnen worden gemanaged, terwijl tegelijkertijd de relatie met de toeristische sector wordt toegevoegd. Om een zo volledig mogelijk beeld te genereren, zal een multi-stakeholder framework worden opgesteld, waarin de rollen en attitudes worden onderzocht van: de lokale bevolking, toeristen, toeristische bedrijven, de overheid, dierenartsen en dierenwelzijnsorganisaties op het eiland. Eén van de doelen hierbij was om een eigen stakeholder-netwerk te creëren.
Aldus, het doel van deze studie is om:
Inzicht te verkrijgen in de situatie van zwervende honden in Rhodos en de rollen en attitudes van de verschillende stakeholders teneinde strategieën te identificeren, ingebed in de politieke, economische en culturele context, om zwervende honden te managen.
De scriptie beantwoordt de volgende onderzoeksvragen :
- Wat is de huidige situatie van zwerfhonden in Rhodos?
- Wat zijn de rollen en attitudes van de verschillende stakeholder groepen?
- Hoe kunnen zwerhonden het beste worden gemanaged in Rhodos?
Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, is zowel primair als secundair onderzoek uitgevoerd. Voorbereidend op het veldonderzoek in Rhodos, werd deskresearch gebruikt om de theoretische grondslagen van deze scriptie vorm te geven, wat is weergegeven in het theoretisch kader. Vervolgens is in Rhodos veldonderzoek uitgevoerd gedurende een periode van drie opeenvolgende weken. Vanuit een interpretatieve onderzoeksfilosofie en het doel om begrip en inzicht te verkrijgen, is de nadruk gelegd op het gebruik van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Echter, om alle relevante gegevens te verzamelen werden ook kwantitatieve methoden gebruikt, wat resulteerde in een benadering met meerdere methoden. Ten eerste gaf de ‘observatietechniek’ kwantitatief en kwalitatief inzicht in de huidige situatie van zwervende honden in Rhodos. Deze techniek stelde de onderzoeker in staat om de zwerfhonden in Rhodos te tellen en in kaart te brengen en hun welzijn te beoordelen op basis van bepaalde indicatoren, waaronder waargenomen interacties tussen mens en hond. Ten tweede gaven semi-gestructureerde interviews met alle relevante betrokkenen die direct verband hielden met de zwerfhonden meer gedetailleerd inzicht in de rollen en attitudes van de verschillende stakeholders. Omdat het managen van zwerfhonden geen eenvoudige formule is, werden de afgeleide gegevens gebruikt om een tweede ronde van interviews in Nederland vorm te geven, met experts uit het vak van hondenmanagement. In dit geval konden de bestaande gegevens worden ‘gecontroleerd’ en meer gedetailleerde informatie over mogelijke oplossingen worden verzameld.
Aangezien er niet veel toeristen werden waargenomen die interactie hadden met de honden, en dit zeker niet leidde tot diepte-interviews, werd er tenslotte een poging ondernomen om deze ‘kenniskloof’ te vullen met een contentanalyse van recensies op TripAdvisor. Bovendien maakte semantische analyse het mogelijk betekenis toe te kennen aan de inhoud om te definiëren of de beoordelingen een positieve of negatieve connotatie hadden met betrekking tot zwerfhonden op Rhodos. Alle gegevens zijn geanalyseerd op basis van expert richtlijnen of bestaande theorieën
Uit de bevindingen bleek dat de honden in de (hoofd)stad Rhodos kunnen worden geclassificeerd als ‘community honden’, aangezien ze worden gevoed, niet agressief en over het algemeen ‘gezond’ zijn en niet schuw zijn voor mensen. Echter, er kan een onderscheid worden gemaakt met het welzijn van de zwerfhonden buiten dit gebied en met name op het platteland lijden veel honden aan ondervoeding, ziektes, verwondingen en/of parasieten.
Naast bedreigingen voor hun eigen welzijn, worden zwerfhonden in Rhodos geassocieerd met veiligheid- en gezondheidsproblemen voor het publiek, vee predatie en overlast door lawaai en vervuiling. In een toeristische context toonden bevindingen aan dat toeristische bedrijven en toeristen voornamelijk last ondervinden door schooi-gedrag en honden die ‘s nachts blaffen. Aangezien het aantal toeristen echter niet afneemt, kunnen er conclusies worden getrokken dat zwerfhonden geen directe invloed hebben op de economie van Rhodos. Desalniettemin bevestigt online sentiment dat de aanwezigheid van uitgemergelde en zieke honden een negatieve invloed kunnen hebben op de vakantie-ervaring van toeristen, en daardoor als gevolg ook het imago van de bestemming kunnen beïnvloeden.
De voornaamste bron van zwerfhonden op Rhodos is geïdentificeerd als ‘onverantwoord hondeneigenaarschap’. Bovendien is de economische crisis aangewezen als een extra trigger die ervoor zorgt dat hondenbezitters op Rhodos hun hond achterlaten wanneer ze niet meer voor hen kunnen zorgen of om te weigeren hun huisdier te castreren, te vaccineren, en/of te micro-chippen. Bovendien toonden de resultaten aan dat honden in Griekenland een ander doel hebben dan alleen gezelschap, aangezien ze vaak worden ‘gebruikt’ om gebouwen of vee te bewaken of om mee te jagen, wat in dit geval de rol van jagers en herders toevoegt. Daarnaast wordt de relatie tussen mensen en honden op Rhodos bepaald door een eeuwenoude mentaliteit dat honden ‘smerig’ of ‘eng’ zijn, wat vooral voorkomt bij de oudere generatie. Daarom vestigden alle respondenten hun hoop op de ‘nieuwe generatie’, die inderdaad meer genegenheid begint te tonen voor honden.
In feite lijkt het onverantwoord hondeneigenaarschap hand in hand te gaan met de rol van dierenartsen, aangezien resultaten aantoonden dat sommige dierenartsen erin falen om de honden te registeren in een database, blijven lobbyen voor hoge vergoedingen en dierenarts-vrijwilligers uit andere landen boycotten. Ook de lokale autoriteiten in Rhodos hebben vooralsnog geen verantwoordelijk eigenaarschap weten te stimuleren, aangezien de huidige wetgeving niet voldoende wordt gehandhaafd en straffen vaak worden ingetrokken vanwege ‘verzachtende omstandigheden’. Hierdoor is er een algemeen gevoel onder de dierenwelzijnsorganisaties dat de overheid er ‘niets om geeft’ en zij de enigen zijn die werken aan een oplossing door elk jaar talloze behandelingen van vele honden te ondersteunen. Bovendien maakt het gebrek aan organisatie en communicatie het moeilijker voor de organisaties om met elkaar samen te werken, evenals met toeristische bedrijven die beweren te willen helpen. Vooral bedrijven die voedsel aanbieden ondervinden last van de honden en aangezien er geen algemeen beleid bestaat met betrekking tot wat te doen als er een probleem met een zwervende hond optreedt, handelen alle toeristische bedrijven volgens hun eigen perceptie van dierenwelzijn. Als gevolg hiervan worden deze dieren soms vergiftigd of gepijnigd.
Daarnaast toonden de resultaten aan dat ook toeristen in de war kunnen raken, en dat discrepanties in perceptie soms tot dilemma’s leiden. Echter, in het algemeen kan worden geconcludeerd dat zolang de honden gezond zijn en er verzorgd uitzien, de meeste toeristen de zwerfdieren verwelkomen. Bovendien vervullen toeristen soms juist een waardevolle rol, door te doneren of vrijwilligerswerk te doen in het asiel of zelfs door een hond uit Rhodos te adopteren.
Om tot een oplossing te komen, moeten alle relevante stakeholders samenkomen in een werkgroep om een programma voor hondenmanagement te ontwikkelen. Componenten van een lokaal hondenmanagementprogramma werden geïdentificeerd als: beleid en wetgeving; educatie; dierenpolitie; een regionaal hondenregister; reproductiecontrole en het stimuleren van adopties. Om politici te overtuigen van het belang van een dergelijk programma, is het voor de dierenwelzijnsorganisaties raadzaam om een ‘advocacy campagne’ uit te voeren en om met de hulp van een universiteit een academische basis te creëren. Bovendien moet educatie niet alleen op scholen worden gegeven, maar ook dierenartsen moeten de verantwoordelijkheid op zich nemen om hun klanten te informeren over verantwoordelijk hondenbezit, evenals dierenwinkels en andere punten waar honden worden ‘gekocht’, om het risico van verlating te verkleinen. Bovendien moeten toeristische bedrijven hun klanten informeren over wat (niet) te doen als ze een zwerfhond tegenkomen en de communicatie en de samenwerking tussen de dierenwelzijnsorganisaties en toeristische bedrijven die aangeven dat ze willen helpen, moet worden verbeterd. Tenslotte wordt toekomstig onderzoek aanbevolen om ontbrekende informatie aan te vullen en een basis te bieden voor de realisatie van een dergelijk programma.